No Time To Die (2021) - Recensie

Na zes jaar wachten, waaronder verschillende uitstellingen door corona, krijgen we nu uiteindelijk toch het langverwachte vervolg op Spectre. En ja, het is opnieuw een film met Daniel Craig als James Bond ondanks zijn intensie om de rol achter zich te laten. Wel geen Sam Mendes deze keer die fantastisch werk deed met Skyfall en Spectre, maar wel Cary Joji Fukunaga die Craig's laatste film in de reeks mag regisseren. Hij schreef het script samen met de gebruikelijke James Bond-schrijvers Neal Purvis en Robert Wade, aangevuld met actrice en schrijfster Phoebe Waller-Bridge. Na de gebeurtenissen van Spectre heeft James Bond de actieve dienst verlaten. Zijn rust is echter van korte duur wanneer Felix Leiter, een oude vriend van de CIA, opduikt en hem om hulp vraagt, waardoor Bond op het spoor komt van een mysterieuze schurk die gewapend is met gevaarlijke nieuwe technologie. Naast Craig keren ook de meeste gezichten uit de vorige films terug, waaronder Léa Seydoux, Ralph Fiennes, Ben Whishaw, en Naomie Harris, maar ook Jeffrey Wright en Christoph Waltz maken opnieuw hun opwachting. Nieuw zijn dan weer Rami Malek als Lyutsifer Safin, Lashana Lynch als Nomi, Ana de Armas als Paloma, en David Dencik als Valdo Obruchev.

No Time To Die is uiteindelijk ook een waardig afscheid geworden voor de acteur. De menselijkheid die ze sinds 2006 aan het personage gegeven hebben, komt nu helemaal tot zijn recht. Weg is de misogynistische, sexmachine, en in de plaats staat er effectief een mens van vlees en bloed. Bond is eindelijk een persoon die iets heeft om om te geven, iets om te verliezen in dit leven, in plaats van de gebruikelijke Bond-girl die toch bij het vuilnis gesmeten werd op het einde van de film. Een perfecte conclusie van de trilogie die begon met Skyfall, maar ook gewoon van al zijn vijf films in totaal. Eindelijk hebben we een Bond-film met echte consequenties, met een verhaal waar je ook als kijker om kunt geven. Ik kan erover meespreken, want zelfs ik heb meerdere tranen gelaten bij het kijken van deze film. Dat dit niet meer een Bond-film van vijftig jaar geleden is, is meer dan duidelijk. Met Lashana Lynch en Ana de Armas krijgen we twee vrouwelijke personages die perfect op zichzelf staan, naast een weeral fantastische Daniel Craig die volgens mij de beste acteur in de rol is die we ooit hebben gehad. Toch is No Time To Die nog altijd een pure Bond-film. Spannende actie, achtervolgingen en bijna onmogelijke situaties volgen elkaar in sneltempo op, die toch nog altijd redelijk goed in beeld zijn gebracht. Dat de film een kijk was doorheen de carrière van Daniel Craig als Bond, was natuurlijk te zien aan de vele terugkerende acteurs, maar ook aan de auto’s die hij rijdt doorheen de film, een mooi, symbolisch detail. De bijna drie uur durende film vliegt dan ook voorbij. Een stukje cinema met een grote c is het nu ook weer niet, maar het is verdomd entertainend.

Maak je dus maar klaar voor een heuse rollercoaster, en voornamelijk voor de vraag: wat nu met James Bond? Krijgen we een complete reboot? Ik hoop het alleszins niet omwille van de fantastische vrouwelijke personages en wereld die ze toch hebben weten te creëren. Een soft-reboot zoals ze deden met Skyfall? Misschien, maar met het succes van de vorige films wil toekomstige eigenaar Amazon deze wereld misschien wel behouden. Verder gaan met de wereld die ze nu hebben opgebouwd dan, en er een echte franchise/universum van maken. Sommigen zijn er tegen, maar zij beseffen niet dat James Bond al jarenlang gewoon een franchise is. Een niet-witte en/of homoseksuele Bond moet de toekomst zijn, met hopelijk een grote plaats voor de vrouwelijke personages, met misschien wel een spin-off. Wat het gaat zijn zullen we echter pas binnen een jaar of twee te weten komen.

★★★★

No Time To Die is nu te bekijken in de bioscoop

Vorige
Vorige

Venom: Let There Be Carnage (2021) - Recensie

Volgende
Volgende

La Nuit Des Rois (2020) - Recensie