Dune (2021) - Recensie

Na lang wachten is de Dune adaptatie van regisseur en schrijver Denis Villeneuve eindelijk te zien in de bioscoopzalen. Tot nu toe werd het boek, over de zoon van een adellijke familie die belast is met de bescherming van het meest waardevolle bezit en het meest vitale element in het heelal, gezien als onverfilmbaar, iets dat zeer duidelijk was in de meest bekende adaptatie door David Lynch uit 1984. Villeneuve nam het samen met zijn co-schrijvers, Jon Spaihts en Eric Roth, echter een heel stik slimmer aan. De adaptatie, dat in het boek sowieso eigenlijk al bestaat uit twee delen, werd verdeelt over twee films waarvan we nu de eerste te zien krijgen. Dit zou het verhaal de broodnodige adem kunnen geven wat het voordien in andere filmadaptaties miste. Voor de verschillende iconische rollen werden een hele reeks Hollywoodsterren gecast, met voornamelijk Timothée Chalamet als Paul, Rebecca Ferguson als zijn moeder Jessica, en Zendaya als Chani. In de rest van de cast zien we namen als Oscar Isaac, Jason Momoa, Dave Bautista, Josh Brolin, Javier Bardem, Stellan Skarsgård, en Charlotte Rampling.

Nog niet vaak is de anticipatie voor een film zo groot geweest, maar uiteindelijk weet Dune deze verwachtingen toch wel grotendeels waar te maken. Een betere adaptatie van het boek van Frank Herbert ga je niet vinden, met een perfecte balans tussen de opbouw van het albekende plot en de uitbouw van de personages en de relaties. In vergelijking met de 1984 versie is het dit laatste dat het verhaal van deze film echt beter maakt. Maar met een regisseur als Villeneuve zijn het natuurlijk de beelden en design die het meeste aandacht trekken. De regisseur heeft opnieuw een beeldschone film neergezet op het vlak van het design van deze wereld, en het spelen met licht en donker, wat resulteert in zovele prachtige plaatjes. Villeneuve zet zo een hele stap verder dan David Lynch om de wereld van Dune echt de immense schaal te geven die het verdient. Ook de soundtrack van Hans Zimmer, die hier eens niet met zijn luide bastonen aankomt, werkt perfect samen met de beelden om een fantastische wereld te creëren die ik mij nooit had kunnen inbeelden. Het acteerwerk is ook zeer sterk, met elke acteur die zijn personage echt het leven weet in te blazen dat dit zwaar verhaal toch wel nodig heeft. Wie er echt uitsteekt is echter Rebecca Ferguson, met een performance die ons echt doet geloven in de gevaren en angsten die er zitten aan te komen. Maar natuurlijk is Dune als film ook niet perfect.

Het is een vrij lange film, vooral als je het boek gelezen hebt, juist omdat er niet direct veel nieuw in zit qua plot tegenover het boek. Als nieuwe kijker is er nog de spanning van de gebeurtenissen en de onvermijdelijke twists, maar als je het boek gelezen hebt is er eigenlijk weinig nieuw. Enkel de het visuele spektakel dat Villeneuve ons voorschotelt, is echt verfrissend voor de boeklezer. Natuurlijk kunnen we ook het white-savior-complex rond Paul niet vergeten, de witte jongen die een samenleving gebaseerd op de Arabische wereld komt redden. Het was al een probleem in het boek, en dat gaat natuurlijk niet veranderen in de adaptatie. Specifiek voor deze film betreurde ik dan ook dat er geen Arabische acteurs gecast werden in enkele van de hoofdrollen tussen de plaatselijke bewoners. Zeker omdat Villeneuve echt inleunt op de Arabische inspiratie van de planeet Arakis. Toch is Dune nog altijd een prachtige, intense film die nog vrij vlot verloopt. Het mag dan wel een overduidelijk “deel 1” zijn, het voelt nog altijd aan als een volwaardige film met drie akten. Dune is een meesterwerk dat nog jaren gaat doorleven en waar ik persoonlijk niet van kan wachten om meer te zien in de komende films en series.

★★★★

Dune is nu te bekijken in de bioscoop

Vorige
Vorige

Brothers by Blood (2020) - Recensie

Volgende
Volgende

Monster Hunter (2020) - Recensie